Waar in de hoek? | Opening | Hoofdstuk 5
waar in de hoek

Zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien, doe je de eerste zetten van een opening in de vier hoeken.

De punten die geschikt zijn om als eerste te spelen zijn in dit diagram aangegeven door de letters A tot H. Spelen op A, B, C of D is het meest gebruikelijk. Spelen op E, F, G of H leidt vaak tot complexe hoekpatronen. Als je meer speelervaring hebt, kun je hier eens wat mee experimenteren.

Het punt A is het 3-3-punt. Als je hier speelt pak je een (klein) gebied in de hoek. Je tegenstander kan dat niet voorkomen.

Het punt B is het 4-4-punt. Je start niet op het 4-4-punt om de hoek te pakken. Je tegenstander kan de hoek namelijk makkelijk afpakken door hierna op het 3-3-punt te spelen. Je speelt op het 4-4-punt om snel invloed in het centrum te ontwikkelen. Hier komen we in latere lessen op terug.

De punten C en D zijn de 3-4-punten. Een zet op het 3-4-punt is net als een zet op het 3-3-punt gericht op het veroveren van de hoek. In een volgende zet kan met een shimari de hoek worden afgesloten.

Eerder besproken: Opening

lees verder...