In een vrijhedenstrijd wil je zo snel mogelijk de vrijheden van de tegenstander afpakken. Maar als je tegenstander meer vrijheden heeft dan jij, verlies je het gevecht.

Je kunt dan soms toch de vrijhedenstrijd winnen door te voorkomen dat je tegenstander jou vrijheden afpakt, of door zelf eerst meer vrijheden te creëren. Soms kun je zelfs een vrijheid bij je eigen groep erbij krijgen, terwijl je bij de tegenstander een vrijheid afpakt.

In dit voorbeeld zie je dat wit begint met twee vrijheden en zwart met drie. Als wit aan de rechterkant begint verliest hij de vrijhedenstrijd. Maar met zet 1 krijgt wit er een vrijheid bij, terwijl zwart er een kwijt raakt. De stand is dan omgekeerd: wit heeft drie vrijheden en zwart nog maar twee. Zo wint wit de vrijhedenstrijd.